Soms ga je naar buiten, een eindje wandelen, om te reflecteren op een gebeurtenis, een gedachte of een opmerking. Je gaat naar buiten om je los te maken van de vertrouwde omgeving van je huis, je kantoor, je auto. Je kiest er bewust voor je omgeving tijdelijk te veranderen, omdat het je kan helpen een frisse kijk te krijgen op waar je mee bezig bent. Over de markt struinen om te bedenken wat je gaat eten die avond hoort er ook bij. Dat is het in het klein.
In het groot doen we het door op reis te gaan. Op vakantie gaan is iets anders, dat is lekker stilvallen in het niks doen en voortdurend heerlijk afgeleid worden door het regelwerk dat bij vakantie houden hoort.
Op reis gaan is de nomade, de vrijbuiter, de onderzoeker, in jezelf wakker maken en het roer in handen geven. Op reis gaan is onderweg zijn.