Soms ga je naar buiten, een eindje wandelen, om te reflecteren op een gebeurtenis, een gedachte of een opmerking. Je gaat naar buiten om je los te maken van de vertrouwde omgeving van je huis, je kantoor, je auto. Je kiest er bewust voor je omgeving tijdelijk te veranderen, omdat het je kan helpen een frisse kijk te krijgen op waar je mee bezig bent. Over de markt struinen om te bedenken wat je gaat eten die avond hoort er ook bij. Dat is het in het klein.
In het groot doen we het door op reis te gaan. Op vakantie gaan is iets anders, dat is lekker stilvallen in het niks doen en voortdurend heerlijk afgeleid worden door het regelwerk dat bij vakantie houden hoort.
Op reis gaan is de nomade, de vrijbuiter, de onderzoeker, in jezelf wakker maken en het roer in handen geven. Op reis gaan is onderweg zijn. Je verrast jezelf telkens weer met uitdagingen. Ga ik morgen al weg, hoe werkt deze dienstregeling, welke trein, bus, boot is de goede, is die beambte te vertrouwen, kan ik dit eten, haal ik dat te voet, vind ik dit mooi of moet ik gewoon even wennen, moet ik hier ruzie maken of de zaak sussen, kan ik dit wel zeggen, ben ik veilig, met wie deel ik dat ik verliefd aan het worden ben, op deze plek, dit mens, deze cultuur.
Kan ik hier bellen.
Als je op reis bent zijn er elke dag besluiten te nemen. Wat heeft eigenlijk je voorkeur, voel je je op gemak bij vreemde mensen, wil je alleen zijn, wil je erbij horen, hoe blijf je opgewekt als het tegenzit, hoe hoog, hoe diep, hoe ver wens je te gaan.
Gegarandeerd dat je jezelf dan tegenkomt, want jij gaat erover, want jij bepaalt wat je doet en wat je denkt!
En of je nu een kleine reis van een blokje om maakt of een grote reis door alle landen van Europa, naar buiten gaan blijft een schitterende manier om bij jezelf aan te kloppen en thuis te komen.
